donderdag, oktober 28, 2004

Dedhuang

We ontwaken in een ruraal Nepal dat we later als het pretoeristisch Nepal zouden gaan zien. Nog geen bedelende, maar nog nieuwschierige kinderen, nog geen leven in het teken vand e business, maar kalm en vredig, geen wc papier (de nepalezen wassen dat met hun linkerhand en er staat altijd wel n emmertje water naast de wc) of toeristen-eten en vooral geen Nepali Highways vol American trains en Human trucks (zie vorige berichten). Wat er niet is valt ook snel op, maar hoe het dagelijkse leven er echt aan toe gaat is nog een mysterie.
De eerste dag is het een kwestie van bekomen. Na de erg lange slaap beperken we ons tot een babbeltje met Dipak s vader (de moeder spreekt niet 1 woord engels) en een Dal bhat bij Bishnu's ouders voor we aan ons middagdutje beginnen. niet dat we nog zo moe waren, wel omdat het gewoon te warm werd om iets te doen. erna bezoeken we de lokale dokter, in feite een assistent, maar beter is hier niet. Erna willen de mensen daar ons een kleine hydro-elektrische centrale laten zien. Het is simpel, milieuvriendelijk en toch sjiek hoe het omleiden en laten vallen van een beetje water licht in de duisternis kan brengen.
De volgende dag brengtDipak ons naar een tempel waar een eerste keer Dashain van dichterbij meemaken. Een tempel is een groot woord voor een ommuurde steen, wat bomen en wat belletjes. Aangezien we geen Hindu zijn mogen we er niet in, maar vanop een hoger pad kunnen we alles meemaken wat er binnen gebeurt.De ene geit na de andere wordt er naar binnengebracht, water op het hoofd besprenkeld en als de geit met het hoofd schudt is het klaar om geofferd te worden. Een balkje op poten wordt onder de poten van de geit gebracht en na 1 schok van een sscherp kukuri mes rolt de geitekop over de grond. Het bloed wordt snel op de steen gesprenkeld en het lijf drie keer rond de steen gesleept. Alsof het nog niet genoeg gruwelijk genoeg is lukt het soms niet in ene keer en zijn er 3-4 slagen nodig op een geitt die zich letterlijk doodbloedt. Na een stuk of zes geiten hebben we er wel genoeg van gezien. Het was een zwarte dag voor de geitenpopulatie hier, 1200 geiten werden voor de 400 inwoners van het dorp gisteren geofferd.
We bezoeken nog een Dalit gemeenschap. Je hebt hier hoge kasten (Dipak zijn familie en een groot deel van dde mensen in het centrum van het dorp), midden kasten en de lage kasten, waaronder de dalits. Het zijn ongeveer de rioolkuisers, lijkenverwerkers en bedelaars bij elkaar. Ze verdienen nog geen 500fr/maand. In dit deel van het dorp wonen ze in hutjes . De moeder van Dipak heft een speciale typische relatie die door de kastengrenzen heengaat met de vrouw van een soort leidersfiguur in de subgemeenschap van de dalits: de mit. Een soort bloedverwantschap die twee mensen hebben waardoor waardoor de twee families een worden. Zo komt het dat Dipak naast zijn eigen ouders nog een 2e va en ma heeft.
Mocht je al ooit beelden hebben gezien van een Bautmans die een dorp in Congo bezocht, wel zo voelde het aan: Mensen stopten met wat ze aan het doen waren, hoofden verschenen in deuropeningen met een blik van verstomming, kinderen omcirkelden ons en de mit vader van Dipak toonde ons met de school die Dipak zijn vader voor de gemeenschap heeft gebouwd. Het waren twee kleine maar propere klasjes met een echt schoolbord, informatieposters aan de muur en een leraares die waarempel een beetje engels kon spreken, een van de weinig Dalits die die haar middelbare school heeft kunnen afmaken.
Zoals op andere plaatsen vertelt men ons hoe arm men is en of we soms naar hier zijn gekomen voor een project te helpen. Hoewel dit wat lastig en opdringerig is kunnen we het best begrijpen als je eens nadenkt op het volgende: De dalits zijn zo arm dat niemand van hen het geld heeft om buiten het dorp te reizen. Hun wereld is net zo groot als tot waar er ergens een huis van eenf amilielid staat wat verder in het dorp. Van verhalen horen ze over blanken en om de zoveel jaar zien zee r eentje al seen NGO werker passeert in functie van een onderzoek of de bouw van een loopbrug over de rivier. Een blanke tourist in hun dorp die er neit komt voor ontwikkelingshulp hebben ze gewoon simpelweg nooit meegemaakt. Van alle vragen aan ons vinden we deze zo oprecht dat we besluiten toch iets te doen. Aangezien ons verblijf nog lang is besluiten we op het eind van ons overblijvend geld een deel aan de vader van Dipak te geven met als doel het te gebruiken voor iets dat de ganse gemeenschap ten geode komt, zoals bv de school. Deze boodschap wordt goed onthaald, want als er hier een iemand is die ze vertrouwen en waar zee norm veel respect voor hebben is het de vader van Dipak.
Die avond bezoeken we nog een strandje aan de Kali Gandaki die hier kalm, maar toch levendig vand e ene rotspunt naar de andere meander tom tussenin kleine grijswitte strandjes achter te laten. Met de ondergaande zon is he teen décor waarbij je bloed tintelt van pure schoonheid die zo plots voor je ligt. De stilte wordt enkel onderbroken door het geluid van stenen die over de bodem vand e rivier rollen, het water dat tegen de rotsen klotst en plots de kolonie aapjes die plots op het strand aan de overkant verschijnen.


1 Comments:

At 31 oktober 2004 om 11:03, Anonymous Anoniem said...

tis eigenlijk joyce hier.
jullie vragen jullie misschien af waarom er geen comments zijn, maar ik kan je zeggen dat het vanuit België niet simpel is om er iets over te zeggen. Het is gewoon heel leuk om te lezen en soms denk je oh of aha of heu? of haha of wauw of da wil ik ook of ocharme of au of shit of o ow of..., maar meer kan ik daar momenteel niet op reageren.Het staat nogal ver van mijn bed hé.
nog veel plezier en genot!!

 

Een reactie posten

<< Home