zondag, januari 23, 2005

Chandrodaya I

Na 10 daagjes Kathmandu heb ik na wat zoeken en proberen een nieuw plekje gevonden waar ik voor een tijdje ga blijven. Geen dorp of trekkingregio meer maar een shelter voor straatkinderen in het hartje van de stad. Deels geinspireerd door Soetkin haar succes maar al evenveel door mn eigen aanvoelen dat het na alle interviews, artikels en leerrijke zoektochten tijd was voor iets sociaal, iets met kinderen, iets met geven ipv leren. Na drie dagen mee te draaien in een andere shelter besloot ik reeds 2 dingen. Het eerste was dat het werken met de kids, hen helpen met huiswerk, spelen en gewoon praten met ze reuze meeviel (al waren er zware moeilijke verhalen bij over zusters die door het leger vermoord werden en zo). Het 2e was dat de plek waarop ik werktte me echt niet aanstond. De andere medewerkers waren stuk voor stuk hoog opgeleide en goed betaalde nepalezen die letterlijk hun krant kwamen lezen, op hun kantoortje gingen schaken en vooral de kinderen als balast behandelden. Alsof ze hen stoorden in hun geschaak en gelees. De uitdaging was er klein, de variatie nog kleiner en het gevoel van samenwerking voor een echt goed doel nog minder. De dag nadat ik daar stop geraak ik echter via via aan een telefoonnummer van een andere belg die een grote shelter (20 vaste, 200 tijdelijke die nog op straat leven) heeft waar ze echt nog buitenlanders zoeken. Ik ga op gesprek en alles wat ik mistte in het vorige is hier. Naast de sympathieke oprichter Joshi (een belg) nog een andere vrijwilliger uit Frankrijk en een staf die me direct een rondleiding geeft, me direct op mn gemak stelt en trouwens grotendeels bestaat uit straatkinderen die via wat opleiding opgegroeid zijn tot staf (en er dus meer van kennen en er meer mee begaan zijn). De taak bestaat uit les engels geven aan de staf, informele les aan de groep van 18 gasten (weer enkel jongens) die daar vast blijft en het organiseren van sportactiviteiten. Ze staan er open voor allerlei nieuwe ideetjes en weten precies veel meer waarmee ze bezig zijn. De eerste dag viel letterlijk een beetje in het water omdat het tot 2u geregend heeft maar desondanks voel ik me daar precies op mn plek. Morgen mag ik al intrekken bij Joshi zelf, waar de andere vrijwilliger en de 2 voornaamste vaste staf ook slapen. Moet nu nog een les voorbereiden en weet er nog niet veel over te zeggen behalve dan dat het deugd doet om een plekje te vinden waar ik na een weekje zoeken van kan zeggen dat het er echt veelbelovend uitziet. Meer nieuws volgt later! (www.chandrodaya.org)

donderdag, januari 13, 2005

Shangrila Home III

Ondertussen ben ik nog altijd druk aan het werk in het huis voor straatkinderen. Sinds 27 december ben ik hier als enigste vrijwilliger. Normaal zou er de 10januari een nieuwe toekomen, maar die haar grootmoeder is overleden en dus terug naar huis gekeerd. Gisteren is er een nieuw meiske toegekomen en wanneer dat die is ingewerkt zal het wat rustiger worden. Nu heb ik elke dag shift en geen rustdag tussen, het is druk! Sinds maandag hebben de kinderen vakantie en dan eisen die ook meer aandacht. Na de tweede dag vakantie begonnen der al kinderen zich te vervelen. Vandaag zijn we met 12 kids naar gokarna gewandeld. Dit is een pottebakkersatelier waar 5 gasten werken die vroeger eveneens op straat leefden. Als alles goed gaat kunnen die later doorstromen in de Home hier. Elke voormiddag komen ze te voet (een uurke wandelen) naar Shangrila om er les te volgen, gaande van engels, computer en nepali. Tegen 1 uur vertrekken ze hier weer en dan begint hun werk in de pottebakkerij. De 12 waren allemaal enthousiast om es iets anders te kunnen doen dan te voetballen met n tennisbal, te "rekkeren", tv te kijken, te kleuren, ... Er waren 5 kleine snuiters van 5-6jaar mee en de groteren die zorgden er schattig voor! Het is hier precies een grote familie waar iedereen voor iedereen zorgt! In Gokarna hebben ze dan wat met klei zitten spelen, proberen potten te draaien en vooral rennen en ravotten! Bij sommige kinderen zit het straatleven er echt nog ingebakken. Ze mochten elk iets kiezen uit het atelier om mee naar huis te nemen, eentje ervan had bij de controle toch weer haar zakken volgestoken. Datzelfde meisje had vorige week nog alle scharen genomen en aan de man verkocht die oud ijzer komt ophalen, ... Hetzelfde gebeurt ook met de vijf Gokarna boys. Die kregen vorige week "nieuwe" kleren. Twee dageng eleden komen ze in versleten vodden naar Shangrila toe en ze vragen naar nieuwe kleren, omdat ze het te koud hebben. Deze die ze hadden gekregen hebben ze verkocht. Vorige week is er ook een grotere jongen weggelopen nadat hij vanop het derde verdiep een emmer water naar beneden had gesmeten op een brandend vuur waar er zker 10man rondzat om zich te verwarmen. De assen en het hout is in de gezichten gevlogen en iederen was behoorlijk in paniek. Gelukkig heeft er niemand serieuze brandwonden opgelopen, maar Maaila, diegene die dat had gedaan, heeft toch na n hevige discussie met de social worker zijn rugzak genomen en vertrokken. Gisteren keerde hij terug om zijn citizenship card op te halen, omdat hij elders onderdak heeft gevonden.
Hier in KTM is het behoorlijk koud geworden! Overdag kan het als de zon er is tot de 20 graden zijn,maar de ochtenden, avonden en nachten zijn echt koud. Het enige wat ons dan nog kan verwarmen is de bloempot op het brandende gasvuur, het "kamp"vuurtje buiten op de speelplaats of de grote wollensjaal die iedereen voor zijn kerstmis hier heeft gekregen. Het is hier niet kouder dan in Belgie, maar de huizen zijn hier niet verwarmd en vanaf de zon weg is, is alles koud, eveneens het water om een tamelijk warme (wat zal ik genieten van mijn eerste echte warme douche!) douche te kunnen nemen.

Dedhuang II

Samen met Bishnu en kids ontsnap ik de dag na het gezellige nieuwjaarsfeestje uit het westersl coconnetje van Kathmandu om nog een keer een deftig badje Nepalese cultuur te nemen. 12 dagen later keer ik terug als een ander mens. Meer dan in Chitre of elders vind ik hier precies een 2e thuis, meer dan voordien vind ik hier vriendschap en nergens voel ik me zo 1 en in vrede met dit land als hier. Bij aankomst integreer ik me al snel in 3 verschillende groepjes. In het gezin, waar ik overigens volledig gratis eet (weliswaar enkel dal bhat) en slaap (op een houten bank met rieten mat) , blijkt men het zo goed mogelijk ontvangen van een gast niet als taak of last te zien maar als een gift, een kans en een eer. Prestige zou je kunnen denken maar dat verklaard niet waarom ik ook deze keer het gevoel heb dat ik niet alleen ama (moeder), didi (zuster) en dai(broer) mag zeggen maar dat ze zich ook op die manier gedragen tegenover me. Daarom zie ik het als meer dan gastvrijheid, eerder een 2e familie. Met hen oefen ik Nepalees en leer ik over de huishoudelijke gebruiken in een plattelandsgezin in Nepal. De tofste momenten waren echter samen met de 4 a 5 gasten van mijn leeftijd die in hun wintervakantie uit hun campussen in Pokhara naar hun dorp terugkwamen. Samen zwemmen we de nu tamelijk rustige Kali Ghandaki over, waarbij stevig doorperen in een schuine lijn stroomopwaarts aangeraden is als je op het strand ipv de rotsen wilt uitkomen. Mijn naieve poging om het bootje over te roeien loopt met een sisser af en ware het niet voor de alerte bootsman dan zou de stroming ons recht richting rotspartij gevoerd hebben. Op het prachtige zandstrand spelen, sporten en luieren we bij een aangename 25graden tot we zo zweten dat een duik in de ijskoude rivier ons weer opfrist. Naast de pingpongmatchen en wandelingen in de omgeving organiseert onze "cookmaster" chickenparty's waarbij na het nuttigen van wat lokale drankjes de "lovemaster" de lokale folkliedjes naar boven doet komen. Van hen leer ik naast de beste plekjes van het dorp of pakweg het verschil tussen witte en oranje papayas, over hun levenswijze, hun dromen en over kameraadschap. Ook hen mis ik nu al en ben ik dankbaar voor de manier waarop ze me bij alles betrokken, spontaan rondleiden en dingen vertellen. Van de enkele "oude wijze mannen" en leerkrachten van de school leer ik meer serieuze zaken zoals de achtergronden van het gekibbel over de breedte van de nieuwe "weg" (waarover vanaf nu 2 jeeps per dag hun leven riskeren), de sociale en politieke organisaties (zo is er o.a. lokaal een zelfdragend schoolfonds om de armeren en studiebeurs te geven) en over hoe de leerkrachten door de maoisten ontvoerd werden om drie dagen een soort "cursus rond onderwijs, de maoistische visie" te volgen. Dit laatste bleek ook elders voor te komen en telkens kreeg ik van de leerkrachten te horen dat het eigenlijk best meeviel: een verplichte cursus van drie dagen waarin je onderdak en eten kreeg, in discussie kon gaan (beperkt weliswaar) en bij terugkomst niet per see iets van moest aantrekken. In de krant lees je enkel 20 leraars ontvoerd, 3 dagen later vrijgelaten en weet je dus niets. Ter indicatie: de dorpmeeting waarbij de maoisten van elk huis 1 aanwezige eisten om een lokaal maoistisch bestuur te kiezen werd afgelast vanwege een te lage opkomst. Dedhuang ontwikkeld zich zonder overheid, zonder NGOs en zonder Maoisten door zelf sociale organisaties op te zetten en verder durven kijken dan hun neus lang is. Mocht iemand bijleggen dan zou dat tof zijn maar ondertussen hebben ze wel volledig zelf de nieuwe weg gebouwd waarbij iedereen volgens inkomen iets moest bijleggen en iets moest werken. Leuk om te zien dat het dus ook kan zelfs in deze tijden waarin Nepal het statuut van een "gefaalde staat" aan het waarmaken is. Dit even terzijde. Op uitnodiging van enkele studenten en hun leerkrachten geef ik een les over Belgie en Europa voor een 50tal vooral verbaasde, stille maar helaas weinig begrijpende leerlingen van het laatste secundair. Hoewel enkelen vragen stelden en antwoorden gaven (en aldus iets bijgeleerd zullen hebben) bleek de meerderheid zo abominabel in Engels te zijn dat het voor hen vooral leuk was om een enthousiaste blanke onnozelaar voor hun te hebben die over revoluties aant zeveren was in plaatsen waar ze nog nooit van gehoord hadden. Na de uitgebreide verkenning van Dedhuang vertrek ik met 2 gasten naar een ander dorp dat zo mogelijk nog traditioneel Nepaleser en minder ontwikkeld is dan Dedhuang. Geen electriciteit of weg hier en waar er in Dedhuang nog velen in steden gestudeerd hadden vond ik hier 1 persoon die een beetje Engels kon, de Engelse leerkracht. We slapen in zijn huis en terwijl hij ondanks tegenpruttelen van onze kant een voor hem duur kippetje slacht en boven het vuur klaarmaakt babbelen we over cultuur en politiek. Op een paar groepen na die tot 3 jaar geleden terug tijdens hun raftingtocht soms op het strand verderop kampeerden (sindsdien te onveilig verklaard vanwege de maos) ben ik zover hij zich kan herinneren de eerste toerist die ooit in Puttar geslapen heeft. In de avond horen we de wilde jackhals huilen in het bos net achter zn huis en de volgende dag passeren we een groep vechtende apen. Een van de erg weinige bronnen van enig cash geld is de pottenbakker van het dorp die op 2 minuten uit een hoop modder een prachtige pot voor mijn ogen draait. Jammer genoeg leer ik dat de jongere generatie deze moeilijke kunst niet meer leert en dat deze eeuwenoude bezigheid op termijn uit dit dorp zal verwijnen. Als afsluiter van dit hele verblijf in Dedhuang en omgeving lees ik op mijn gemak het prachtige boek Siddharta onder een chautaraa( enorme boom met beetje stenen rond de voet om op te zitten die sinds eeuwen als rustplaats dient) met zicht op de rivier. Reflecterende over mn verblijf hier voel ik me erg gelukkig en in een roes die je waarschijnlijk evengoed bij meditatie kunt krijgen blijf ik uren genieten van mn boek, het zicht en de innerlijk rust van alles. Dit hele verblijf was voor mij zoveel als een echte ontdekkingsreis en voor het saai of zwaar zou worden vanwege het gebrek aan nieuwigheden, nieuwe ontdekkingen en comfort keer ik terug op het moment wanneer ik me er het meest gelukkig voel. Zoals een sporter beter op tijd stopt, zo moet je een reis of verblijf niet rekken tot de laatste ontdekking ontdekt is.