Als men ons vraagt wat wij in die 6 maanden in Nepal gaan doen, dan slaan we er zelden in dit in 5 zinnen uit te leggen. Hier volgt een korte uiteenzetting van onze plannen. Voor de nuances en details maken we graag nu al wat reclame voor de diavoorstelling achteraf.
De rode draad door heel het project is zelf op zoek gaan naar hoe het elders is, zo onder dat buitenste laagje vernis. Via 2 contactpersonen ter plekke gaan we via interviews, een enquête en integratie in een boerengezin in contact komen met Nepalezen om te luisteren en te zien naar wat ze te vertellen hebben en hoe ze leven. Op het einde zal Nick dan proberen om vanuit al die verhalen en contacten artikels te schrijven voor een Engelstalige krant in Nepal. We doen dit alles op vrijwillige basis met als enige beloning het opdoen van wat boeiende levenservaringen, het verruimen van de horizonnen en een beter begrip van het leven in een ontwikkelingsland. Hoewel we open staan voor alles en iedereen gaan we vooral mensen zoeken die iets te vertellen hebben over bepaalde thema’s zoals het conflict, mensenrechten, onderwijs en gezondheid.
Iets concreter zullen we na een maandje samen rondtrekken voor een 2 tal weken intrekken bij de familie van mijn Nepalese vriend Dipak (journalist). Samen met hen vieren we in hun afgelegen dorpje (Dedhuang) een groot festival dat 5 dagen duurt en gaan we spreken met leerlingen, leerkrachten, dokters, zieken, Maoïsten en oorlogsslachtoffers over wat ze zoal hebben meegemaakt. Nadien verhuizen we voor een 6 tal weken naar een ander dorp (Chitre) waar we gaan helpen met de oprichting van een medische hulppost. Op aanvraag van een Belgisch - Nepalese organisatie die reeds met succes op eigen houtje een basisschool opstartte zullen we samen met een Nepalese tolk een bevolkingsenquête afnemen. Hierbij willen we enerzijds het bevolkingsprofiel van de 12 dorpen in de Sikhavallei in kaart brengen en anderzijds de exacte en concrete vraag naar medische hulp polsen. Dit alles zou de organisatie moeten toelaten om samen met de ervaringen van de Belgische verpleger ter plekke een efficiënte en duurzame hulppost op te bouwen in lijn met de wensen en noden van de lokale bevolking. Het uiteindelijke doel van deze organisatie is om via de school, de medische hulp en andere programma’s die lokaal werk creëren, het leven van de mensen in hun eigen woonomgeving leefbaar te maken. Op die manier worden deze mensen niet langer verplicht om massaal naar de grote hoofdstad te migreren waar ze dan vaak in sloppenwijken via vuil werk hun eigenheid, waardigheid en cultuur verliezen. Aangezien noch regering, noch het leger en noch de Maoïsten veel ondernemen om het de mensen in hun leefomgeving comfortabel te maken (het tegenovergestelde is veel meer van toepassing) moeten anderen dit doen. Dat het project in Chitre werkt heet Nick al kunnen zien, en nu er een steentje aan bijdragen is geen opdracht maar een plezier.
Eind november zakt Soetkin terug af naar Kathmandu, terwijl Nick nog de bevolkingsenquêtes verder afwerkt, om er daar als vrijwilliger mee te helpen in het weeshuis Shangrila (http://users.pandora.be/shangrila ). Dit is een opvangtehuis voor straatkinderen in Kathmandu dat is opgericht door de vlaamse Inge Bracke. Soetkin zal hier drie maanden meehelpen met de begeleiding van de kinderen na hun school of werk. Het spreekwoord: "Het is maar een druppel op een hete plaat" wil ik hier volledig vergeten. Dit is inderdaad eveneens een kleinschalig project, maar het is al meerdere keren bewezen dat zulke projecten veel meer kans op slagen hebben dan deze van grootschalige hulporganisaties die met hoge publiciteits- en administratiekosten werken.
Voor de mensen die zich rond veiligheid zorgen maken: neem de berichten in België over Nepal met een serieuze korrel zout en bedenk het volgende: ook bij ons betogen er boeren in Brussel, leggen truckers het land soms plat en verongelukt er elke dag wel iemand op de weg. Vluchten we daarom een schuilkelder in? En wat die maoïsten betreft: t zijn geen vredelievende of romantische rebellen (integendeel) maar ze verwelkomen toeristen als belangrijke gasten en het enige dat ze vragen is een eenmalige 10euro voor een visum om hun gebied in te mogen, veel goedkoper dan het visum dat de regering ons vraagt. In 9 jaar conflict is nog geen enkele toerist gekidnapt, vermoord of in een vuurgevecht beland.
Nick en Soetkin